Beaphar ontwormingsmiddel Anti-Parasiet 10 vogel / knaagdier van 20-50 gram 2 stuks

Beaphar Anti-Parasiet 10 spot-on voor vogels en knaagdieren van 20-50 g, 10ug ivermectine per pipet. Diergeneesmiddel vrij van registratie, voor de behandeling van externe parasieten (luizen en mijten) en /of van darminfecties met spoelwormen bij kleine knaagdieren (dwerghamster) en kleine vogels van 20-50g (zoals grasparkieten, kanaries, grote vinken, agapornissen en neophema’s).

Toedieningsweg:
Topicale toediening op de huid. Alleen voor uitwendig gebruik. Het dier vooraf zorgvuldig wegen. De behandeling indien nodig na 4 weken hehalen. Gelijktijdig met de behandeling kooi/voliere, voeder- en drinkgerei ontsmetten.

Dosering:
Knaagdieren 20-50g lichaamsgewicht: 1 pipet
Vogels: 20-50g lichaamsgewicht: 1 pipet

Samenstelling:
Ingrediënten: Werkzame stof: Ivermectine 10μg per pipet
Toevoegingen: propyleenglycol

Niet gebruiken bij:
Niet toedienen aan andere diersoorten dan vermeld op de verpakking, met name niet bij honden of schildpadden. Niet gebruiken bij bekende overgevoeligheid voor de werkzame stof. Niet gebruiken bij zieke of zwakke dieren en tijdens dracht of lactatie. De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens de leg. Niet gebruiken bij dieren lichter dan 20g.

Werkingsduur:
4 weken

Bewaaradvies
Niet bewaren boven 25°C. Niet in de koelkast of vriezer bewaren. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen direct zonlicht. Ongebruikte diergeneesmiddelen of restanten hiervan dienen in overeenstemming met de lokale vereisten te worden verwijderd. Buiten het zicht en bereik van kinderen bewaren. Uitsluitend voor uitwendig diergeneeskundig gebruik. Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren: Vermijd contact met de ogen.

Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en een dierenarts raadplegen. Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient: Vermijd contact met de huid en ogen. Na het aanbrengen handen wassen met zeep en veel water. Direct contact met de plaats van toediening tijdelijk vermijden. Bijwerkingen: De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd: Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren).

Misselijkheid, tijdelijk verlies van eetlust, verwijding van de pupil, tremor en bewegingsstoornissen worden zelden waargenomen bij gebruik. Als u bijwerkingen opmerkt, ook die niet reeds in deze bijsluiter zijn vermeld, of u denkt dat het geneesmiddel niet heeft gewerkt, informeer dan uw dierenarts.