Gewasbescherming: hoe zit dat precies?

Gewasbeschermingsmiddelen beschermen planten of gewassen tegen ziekten, (insecten)plagen en
onkruid. Er zijn drie verschillende soorten gewasbescherming.

Bij biologische gewasbescherming worden natuurlijke middelen ingezet om de planten te beschermen. Denk aan natuurlijke vijanden (bijvoorbeeld sluipwespen), gewasbeschermingsmiddelen van natuurlijke oorsprong en mechanische bescherming (bijvoorbeeld het wieden van onkruid). Het resultaat: de plaag of het onkruid wordt verwijderd.

Dit zijn gewasbeschermingsmiddelen die in de tuinbranche soms worden gebruikt om plantenziekten, plagen of onkruid te bestrijden. De stoffen die hierin zitten zijn giftig voor de beestjes of het onkruid dat ze bestrijden. Ook hier is het resultaat verwijdering van de plaag of het onkruid. 

Met de kwekers die onze planten leveren hebben we afgesproken dat we de gewasbescherming zo duurzaam mogelijk doen. Dat betekent dat er zoveel mogelijk met biologische gewasbescherming gewerkt wordt en alleen voor (chemische) gewasbeschermingsmiddelen gekozen wordt wanneer dat écht noodzakelijk is voor bescherming van de plant.

Dit is in Nederland de meest gangbare manier van het beschermen van planten en hierbij wordt altijd eerst geprobeerd om plantenziekten, plagen en onkruid te voorkomen. Als dat niet lukt worden biologische middelen en natuurlijke vijanden ingezet. In het uiterste geval, wanneer geen van deze methoden werkt, worden chemische middelen ingezet.

Biologische gewasbeschermingsmiddelen zijn bij correct gebruik en in de juiste dosering niet schadelijk voor mens en milieu. Chemische gewasbeschermingsmiddelen kunnen in grote hoeveelheden wel schade aan het milieu – bijvoorbeeld de bodem en het grondwater – aanrichten. Daarom moeten de middelen een streng goedkeuringsproces doorlopen voordat ze mogen worden gebruikt. Een van de criteria waaraan ze moeten voldoen is dat ze geen ‘onaanvaardbaar risico’ vormen voor het milieu. Om die reden worden er in de tuinbranche alleen minimale hoeveelheden chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruikt.

Naar de schadelijke effecten voor mensen wordt veel onderzoek gedaan. Vooralsnog lijken de kleine hoeveelheden die soms achterblijven op planten géén direct gevaar voor de gezondheid te vormen. Ook op groenten en fruit in de supermarkt zitten resten van gewasbeschermingsmiddelen die vooralsnog niet gevaarlijk bewezen zijn – daar kun je het een beetje mee vergelijken. Al eet je de meeste van de planten die je bij Intratuin koopt natuurlijk niet op!

Soms, maar niet altijd. Om de plant sterk te maken voor zijn nieuwe omgeving (jouw tuin
of woonkamer bijvoorbeeld) gebruiken kwekers voedingsstoffen en om plagen te voorkomen wordt er daarnaast gebruik gemaakt van natuurlijke of biologische gewasbescherming. Slechts bij uitzondering worden er chemische middelen gebruikt die volgens de wet zijn toegestaan en die bij juist gebruik het milieu zo min mogelijk schaden. Als er resten van deze middelen terug te vinden zijn op planten, dan zijn dat kleine hoeveelheden.

Dat zit zo. Om te voorkomen dat eventueel gebruik van chemische gewasbescherming gevaarlijk is voor jou of je huisdier, wordt er voor ieder toegestaan gewasbeschermingsmiddel in de wet een maximale hoeveelheid vastgesteld die gebruikt mag worden en teruggevonden mag worden op een plant in de winkel. Daarbij hoort een zogeheten veiligheidsfactor van 100. Dat betekent dat wanneer de toegestane hoeveelheid x 100 wordt aangetroffen, het mogelijk schadelijk zou kunnen zijn.

Uit een gezonde bodem haalt een plant zijn voeding. Water en zonlicht doen in principe de rest. Daarom kiezen we bij Intratuin zoveel mogelijk voor planten die van nature sterk zijn en geen beschermingsmiddelen nodig hebben. Soms bestaat echter het risico op plagen. Plagen kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat planten verkleuren, tasten de bladeren van een plant aan, remmen de bloei van een plant of verwoesten zelfs de hele teelt. Kwekers willen deze plagen uiteraard voorkomen, zodat ze jou nog steeds mooie en sterke planten kunnen blijven bieden. Daarom is het in sommige gevallen nodig om planten te beschermen met gewasbeschermingsmiddelen. Intratuin verplicht kwekers om dit op een zo natuurlijk mogelijke manier te doen. Bijvoorbeeld met natuurlijke- of biologische gewasbeschermingsmiddelen.

Als een van de grootste groenaanbieders van Nederland, zien wij het als onze missie om bij te dragen aan de verduurzaming van de gehele tuinbranche. Niet alleen voor de bescherming van de eigen gezondheid, maar ook voor het behoud van biodiversiteit en het verminderen van de negatieve impact op het milieu.

We zijn dan ook kritisch over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen – we gaan voor zoveel mogelijk natuurlijke en biologische middelen en alleen wanneer nodig chemische gewasbescherming. In de nabije toekomst willen we nog duurzamere (maar net zo’n sterke) planten aan kunnen bieden. Zelfs als dat betekent dat een deel van het plantenassortiment verdwijnt. Lees hier meer over ons duurzaamheidsbeleid.