Amberboom snoeien

Een amberboom hoef je niet per se te snoeien als je hem als grote boom wil laten uitgroeien. Snoeien is er dan vooral op gericht om de boom luchtig te houden en om dode takken te verwijderen. Als je een amberboom in een bepaalde vorm wil houden, bijvoorbeeld als leiboom of als dakboom, dan is snoeien noodzakelijk om de gewenste vorm te behouden.

De (grote) Amerikaanse amberboom (Liquidambar styraciflua) en een meerstammige amberboom snoei je elk voorjaar, ongeveer in maart. Een amber leiboom of dakboom snoei je 2 keer per jaar. Eén keer in juni-juli en één keer in november-december, als het blad van de boom is. Bij een bolamberboom (Liquidambar styraciflua ‘Gum Ball’) is één keer per jaar snoeien voldoende, dit doe je in de zomer (juni-juli).

Om te beginnen: heb je een nieuwe amberboom en krijgt deze een dubbele top? Snoei dan één van de twee zo snel mogelijk in zijn geheel weg. Er zijn voor de verschillende vormen van de amberboom in totaal 3 momenten om te snoeien: in het voorjaar, de zomer en in de herfst/ winter. In principe mag je alle soorten op deze momenten snoeien alleen is het niet bij alle vormen op elk moment (even hard) nodig. Kijk dus altijd even kritisch naar jouw exemplaar en beoordeel zelf of hij te compact wordt, zijn vorm kwijtraakt of dode takken heeft.

Bij de voorjaarssnoei van de Liquidambar controleer je de amberboom op vorstschade. Aan dode takken zal geen nieuw blad gevormd worden, dus deze kun je weghalen. Om goed te kunnen zien welke takken je weg moet snoeien moet je dus even wachten tot de boom weer blad gaat vormen, meestal is dit moment in maart. Snoei niet te vroeg, want soms komen de bladeren wat later! Verwijder al het dode hout tot op het levende hout weg en verwijder ook takken die naar binnen wijzen of elkaar kruisen. Dit zorgt ervoor dat je boom niet té compact wordt en lucht er goed doorheen komt. Je amberboom kan dan beter drogen na regen, waardoor schimmels minder kans krijgen. Het zorgt er ook voor dat je boom voldoende groeiruimte houdt. Snoei nu niet te rigoureus, dikke takken laat je zitten.

Heb je een grote amberboom die gesnoeid moet worden, dan raden we je aan hier een boomverzorger bij te halen.

In de zomer kun je vormsnoei toepassen op de leibomen, dakbomen, bolbomen en eventueel de meerstammige amberbomen. Snoei ook nu geen grote dikke takken, maar beperk je tot de kleinere takken. Bij de leibomen en dakbomen knip je alle omhoogstaande en uitstekende takken weg die de vorm ontsieren en kort je lange takken in. De bolamberboom (Liquidambar styraciflua ‘Gum Ball’) groeit vanzelf in een bol, maar deze kun je wat bijknippen. Meerstammige amberbomen hoeven meestal niet bijgeknipt, maar eventueel kun je dat wel doen.

Als de amberboom zijn blad heeft laten vallen, kun je in november-december de boom rigoureuzer snoeien. Dit geldt voor de leibomen en dakbomen en eventueel ook voor de grote amberbomen of meerstammige amberbomen indien er een rigoureuze snoei nodig is. Grote takken kunnen nu weggeknipt worden, maar snoei nooit meer dan 30% van de boom weg, anders behoudt hij niet genoeg groeikracht om van de snoei te herstellen. Snoei nooit als het vriest, dan kunnen de snijwonden invriezen.

De grootte van de amberboom bepaalt je gereedschap. Bij de kleinere bol- of meerstammige amberbomen is een snoeischaar vaak voldoende. Een snoeizaag kan uitkomst bieden bij dikkere takken. Ook een takkenschaar kan goed werken bij struikvormen van de amberboom. Zorg altijd dat je snoeigereedschap schoon en scherp is en ontsmet na het snoeien je gereedschap, zodat er geen ziektes overgebracht kunnen worden. Hoe schoner en netter de snoeiwonden zijn, hoe sneller en beter je boom zal herstellen van de snoeibeurt!