Kies de juiste plant voor de juiste plek
Een goede plek in je huis is, naast water geven, het belangrijkste recept voor gelukkige planten. Zet je een varen in de volle zon, dan heb je kans dat het blad gaat verbanden. En een cactus in de volle schaduw zal heel iel gaan groeien. De eerste stap bij het uitkiezen van een plant is dus bedenken op welke plek hij komt te staan. Maar waar moet je zoal op letten?
Koude tocht, brrr!
Geen enkele plant staat graag op de tocht en daarnaast is het de vraag hoeveel zonlicht er op jouw ideale plek komt. Heb je een plek voor het raam op het zuiden, met veel direct zonlicht in de middag? Kies dan voor stevige planten, zoals cactussen en vetplanten. Maar ook Yucca’s en Dracaena’s kunnen hiertegen. Planten met een meer tropisch uiterlijk en een grotere urban jungle vibe die tegen de volle zon kunnen zijn de Strelitzia en de Bananenplant. Hierbij is het wel belangrijk dat je ze even laat wennen aan de directe zon, door ze elke dag iets dichter bij het raam te zetten.
Pas op voor te veel licht
Veel tropische planten met grote bladeren, zoals de Monstera, de Lepelplant en de Alocasia, houden van plekken met indirect licht. Hierbij staan ze nooit in direct zonlicht, maar ook niet op een plek waar veel schaduw is. Te veel zon kan het blad beschadigen, er kunnen brandplekken ontstaan of het blad verkleurt van mooi groen naar vaal geel. Op de echte schaduwplekken kan je het best een ZZ-plant, Sansevieria of een varen neerzetten. Kies een mooie kunstplant als je een plek hebt waar helemaal geen daglicht komt, want een echte plant zal daar alleen maar langzaam wegkwijnen.