Als plantenliefhebber geniet je van je mooie planten, de nieuwe bladeren en de gezonde groei. Maar soms gaat het niet zo voorspoedig en zouden er bijvoorbeeld beestjes in je plant kunnen leven. Net als jij, worden zij soms ook erg enthousiast van jouw plant. Dat is voor je plant veel minder leuk, want veel beestjes veroorzaken schade aan je plant. Daarom is het belangrijk dat je weet waar je op moet letten en hoe je het kan voorkomen dat je plant ten onder gaat aan een plaag. Maar wees niet bang, met de tips uit dit artikel weet je snel hoe jij beestjes kunt voorkomen én behandelen als ze toch op je plant terecht zijn gekomen.
Ik ben Iris van Mama Botanica en ik schrijf elke maand een gastblog op de inspiratiepagina van Intratuin over de verzorging van kamerplanten. Ik woon met meer dan 120 gelukkige planten in mijn eigen urban jungle en deel mijn enthousiasme over planten via Instagram, YouTube, mijn boek Stek Je Plant en via dit blog! Om goed te kunnen herkennen hoe het gaat met je plant en of ze gezond of ziek is, is het belangrijk om wat meer te weten over beestjes die op je plant kunnen leven.
Je plant leek het al die tijd zo goed te doen, maar opeens verkleuren de bladeren of gaat hij sip hangen. Als zoiets gebeurt is het altijd goed om je plant te controleren op ongedierte. Sommige beestjes zijn meteen herkenbaar, zoals bijvoorbeeld bladluis. Maar andere beestjes komen je misschien niet zo snel bekend voor of zijn zo klein dat je ze alleen goed kunt zien met een vergrootglas. Het is dus vooral belangrijk dat je de tekenen kunt herkennen en daarna weet wat voor actie je moet ondernemen.
Hoe voorkom je beestjes in je planten?
Wat de meeste beestjes doen, is een klein hapje nemen uit het oppervlakte van het blad om zo het sap uit de cellen te kunnen drinken. Hierdoor kan het blad verkleuren en groeit je plant niet meer optimaal. Je plant wordt er lelijk van en bij een grote plaag kan je plant er zoveel schade van ondervinden dat hij het niet redt.
Het is heel lastig om helemaal te voorkomen dat er beestjes op je plant terecht komen. Ze kunnen namelijk via de wind binnen komen, via je kleren of soms hebben ze zelf vleugeltjes om je plant op te zoeken. Je kunt er wel voor zorgen dat je plant in optimale gezondheid is, dan zijn ze veel minder vatbaar voor ongedierte. Zorg er dus voor dat je plant op een tochtvrije plek staat met de juiste hoeveelheid licht en je hem vooral niet te veel water en voedingsstoffen geeft, dan ben je al een heel eind. En het meeste ongedierte houdt ook niet van een hoge luchtvochtigheid, dus sprayen is altijd goed.
De ene plant is wat gevoeliger voor ongedierte dan de andere plant. Tropische planten met fragiele bladeren zijn over het algemeen vatbaarder dan stevige planten zoals bijvoorbeeld Yucca’s. Maar op elke plant kunnen wel eens beestjes tevoorschijn komen.
Het is goed om te weten dat de beestjes voor jouw planten schadelijk zijn, maar dat zijn ze gelukkig niet voor jezelf, je kinderen of je huisdieren. Je hoeft dus niet meteen een plant weg te gooien als je er een beestje op ontdekt, want je kan je plant vaak behandelen om hem weer gezond te maken.
Controleer je plant op ongedierte
Het is goed om je planten eens in de zoveel tijd te controleren of er niet een ongewenst beestje in zit. Doe dit standaard ongeveer vier keer jaar. Zo hou je het goed in de gaten en heb je een eventuele uitbraak snel onder controle. In de zomertijd zijn beestjes over het algemeen actiever dan in de winter, dus wees dan extra alert.
Als je je plant controleert, bekijk dan goed de bladeren en zowel de onderkant als de bovenkant. Kijk ook goed tussen de takjes en in de oksels van de takken, sommige beestjes houden ervan om zich daarin te verstoppen.
Een aantal tekenen dat er ongedierte in je plant zit zijn: verkleuring of vervorming van het blad. Het kan ook zijn dat er fijne webjes verschijnen die over het blad liggen (dus niet tussen de bladeren, zoals bij een spinnenweb). Op de bladeren en op de grond rondom je plant kan ook plakkerig spul liggen of er zitten witte pluisjes die op schimmel lijken tussen de takjes.
Zo herken je verschillende soorten ongedierte
Om te weten waar je op moet letten, geef ik hier een lijstje met de veel voorkomende infecties die in je kamerplant kunnen verschijnen en hoe je ze kunt herkennen.
Bladluis
We kent ze niet vanuit de tuin? Kleine groene of zwarte luisjes die op een kluitje bij de groeipunten van je plant zitten.
De dopluis is zichtbaar als een klein bruin bobbeltje op je plant. Je kunt ze met je nagel van de plant afwippen, waardoor je weet dat het geen vergroeiing van je plant is. Scheiden ook plakkerige vloeistof (honingdauw) af.
Rouwvarenmug of rouwvliegjes
Dit zijn kleine zwarte vliegjes die rondom je plant vliegen. Ze leggen eitjes in jouw vochtige potgrond. De larve kunnen de wortels van je plant aantasten.
Net als de dopluis is de schildluis zichtbaar als een bruin bobbeltje, alleen scheiden deze geen honingdauw af.
Spint(mijt)
Zie spint op de foto hierboven. Het zijn heel kleine gele, rode of zelfs zwarte spinachtigen van 0,1-1 millimeter groot. Maken fijne webjes over bladeren heen.
Trips zijn zwarte langwerpige beestjes van 1 mm groot. De larve zijn kleiner en wit van kleur. Bevinden zich zowel op als onder het blad en maken vaak zilverachtige vlekken.
Zie de foto hier onder. Je ziet witte plukjes die op schimmel lijken en zich vooral in de kleine hoekjes en gaatjes van je plant bevinden. Als je het pluis verwijdert blijft er een klein wit harig beestje over van een paar millimeter lang.
Heb je een infectie gevonden in je plant, dan is het belangrijk om actie te ondernemen. Als je dat niet doet zal het zich uitbreiden en meer schade aanrichten.
Zet je besmette plant altijd apart van andere planten, zodat de plaag zich niet verder verspreidt. Als het lekker weer is in de lente of zomer, kun je er voor kiezen om je plant buiten te zetten. Vaak trekt de plaag dan weg. Let er hierbij op dat je je plant niet in de volle zon zet, en dat het ‘s nachts niet kouder dan 15 graden is.
Je geïnfecteerde plant zal je goed schoon moeten maken om van de infectie af te komen. Sommige beestjes kun je met een goede straal van de douche al van je plant afspoelen, zoals bijvoorbeeld bladluis. Dat betekent nog niet dat je er helemaal vanaf bent, dus hou je plant goed in de gaten en herhaal het eventueel. Andere beestjes hebben wat meer bestrijding nodig.
De rouwvarenmug legt eitjes in jouw vochtige potgrond, deze kan je het beste bestrijden met aaltjes die toevoegt aan het water wat je aan je plant geeft, of door de potgrond droger te houden en een laagje zand bovenop de grond te leggen.
Als je een kleine infectie wolluis of dopluis hebt, kun je de beestjes met een wattenstaafje met spiritus aanstippen en zo van je plant af halen.
Voor de bestrijding van de andere beestjes die hierboven in het lijstje staan kun je een spray bij het tuincentrum kopen die specifiek voor jouw infectie geschikt is. Spray je plant goed in, zowel de bovenkant als de onderkant van de bladeren, totdat de vloeistof van de plant af druppelt. Volg goed de aanwijzingen op de verpakking, de behandeling moet meestal worden herhaald. Het kan namelijk zo zijn dat er nog eitjes uitkomen, of larven ontpoppen in de grond. Met een herhaling van de behandeling schakel je ook de nieuwe generatie ongedierte uit.
Vanaf nu is het belangrijk dat je de plant die je hebt behandeld regelmatig controleert, want het is best mogelijk dat een plaag weer terugkomt en dat wil je zo snel mogelijk in de kiem smoren!
Kortom: onderneem actie!
Het kan dus gebeuren dat er ongedierte in je plant terecht komt en dan is het vooral belangrijk dat je het op tijd ziet en actie onderneemt om er vanaf te komen. Controleer je planten dus regelmatig om er op tijd bij te zijn, zo zorg je ervoor dat je plant weer gezond en wel verder zal groeien.
He bah… vliegjes in je plant! Grote kans dat dit rouwvliegjes zijn. Ze duiken op in je mooie tropische kamerplant en als je zaadjes opkweekt in kweekbakjes is de kans ook groot dat ze opduiken. Tijd om afscheid te nemen van de mooie kamerplant of je nieuwe moestuin? Niet per se, maar deze nare vliegjes gaan ook niet vanzelf weg! Wij vertellen je graag over de rouwvlieg en geven je de manieren om rouwvliegjes te bestrijden.
Trips zijn gevreesd door kweker, maar ook jij kunt thuis last krijgen van tripsen op je kamerplant. Het is een lastig te bestrijden diertje! Tripsen worden ook wel onweersbeestjes of donderbeestjes genoemd, omdat ze houden van vocht en warmte en bij onweer op komst soms in grote getale kunnen langs vliegen. We delen graag onze kennis over tripsen met jou en vertellen je in deze blog wat je kunt ondernemen om dit ongedierte te voorkomen én te bestrijden.
Spint kan een plaag vormen voor je kamerplanten of gewassen. De spintmijt dankt zijn naam aan het feit dat dit beestje fijne draden spint op je plant. Deze zien eruit als fijne witte webjes.
Bladluizen: zwarte beestjes in je plant. Of groene of witte. Zodra je ze ziet zijn ze een plaag! De bladluis kan zowel op je tuinplanten als op je kamerplanten opduiken en vermeerdert zich zeer snel. Wij vertellen je graag alles over de bladluis en ook hoe je dit ongedierte kunt voorkomen en bestrijden.
Wolluis: witte pluisjes op je plant duiden op deze luizensoort. De wolluis voedt zich met plantensappen waardoor je plant verzwakt. Wij vertellen je graag alles over de wolluis en ook hoe je deze witte luis kunt voorkomen en bestrijden op je kamerplanten én je tuinplanten.