Water geven
Water geven lijkt misschien een eenvoudige klus, maar er komt toch net iets meer bij kijken dan je zou denken. Zeker in de moestuin, waar jonge plantjes afhankelijk zijn van jouw zorg, kan de manier waarop je water geeft een groot verschil maken. Geef je te weinig, dan drogen de planten uit. Maar geef je te veel, dan loop je het risico dat de wortels gaan rotten of dat de plant 'lui' wordt: hij maakt dan nauwelijks wortels aan en blijft zwak.
Moestuinplantjes houden van veel water, maar helaas is er geen trucje om te bepalen hoeveel. Je moet er een beetje gevoel voor krijgen. Een handige manier om te checken of water geven nodig is, is simpelweg door je vinger in de aarde te steken. Voelt de grond nog vochtig aan? Dan kun je de gieter nog even laten staan. Is de aarde droog, dan is het tijd om bij te gieten. In de meeste gevallen hoef je niet elke dag water te geven. Sterker nog, het is beter om twee keer per week flink water te geven dan dagelijks een klein beetje.
Ook het moment van water geven speelt een belangrijk rol. Je kunt je plantjes het beste in de avond water geven, zodat het minste water verdampt en de moestuinplanten de kans krijgen om het water op te nemen. Ben je het toch vergeten? Geen probleem, je kunt het vroeg in de ochtend nog doen als het echt nodig is.
Hoe je water geeft, is minstens zo belangrijk. Geef water aan de steel en niet over de plant heen. Zo verklein je de kans op schimmels of ziekten. Voor kleine plantjes kun je het beste een plantenspuit gebruiken. Voor grotere planten is een gieter met een broeskop ideaal: die verdeelt het water gelijkmatig en voorkomt dat de aarde wegspoelt of dat je planten beschadigd raken.