Wintersnoei van de perenboom
In de winter, als de boom in ruststand is, snoei je dood hout en zieke takken weg. Ook oude grote takken kan je terugsnoeien. Daarnaast wil je zoveel mogelijk takken wegsnoeien die naar binnen groeien én de verticale takken (waterloten). Hiermee maak je de boom luchtig. Kijk bij het knippen van bloesemtakken goed naar de plekken van de knoppen, bij voorkeur wil je één of 2 knoppen aan de tak laten en bij voorkeur de knoppen die naar buiten of naar onder wijzen. Daar komen de nieuwe takken en die groeien dan direct de goede kant op. Op deze nieuwe takken komt de bloesem én dus ook de peren!
Zomersnoei bij de perenboom
In de zomer snoei je de perenboom om hem in vorm te houden. Dit noem je ook wel vormsnoei. Hierbij gaat het erom dat je een deel van de waterloten snoeit waardoor de energie van de boom niet in de bladeren gaat zitten maar naar de peren gaat. Gek uitschietende takken snoei je weg en daarmee krijgt je peer zijn vorm weer terug. Daarnaast komt er meer licht via de kroon of de top van de boom, dit is goed voor de ontwikkeling van de peren. Snoei ook weer niet te veel: de boom heeft ook bladeren nodig!
Jonge perenboom snoeien
Jonge perenbomen snoei je de eerste jaren, zolang er nog geen peren groeien, vooral om een stevige basis te vormen. De gesteltakken, de onderste takken aan de stam moeten stevig en sterk worden. Dit doe je door deze takken de eerste jaren tot ongeveer éénderde in te korten. Dit doe je in maart, aan het begin van het groeiseizoen. De takken worden dan elk jaar een stukje steviger. Verdere snoei is vooral gericht op de vorm van de perenboom.