Van grijs naar groen: Zo makkelijk en mooi is biodiversiteit

Verschillende planten trekken verschillende dieren aan. Van de kleinste krioelende beestjes tot fladderende vogels: allemaal dragen ze bij aan ons ecosysteem. Bijen en vlinders helpen bij de bestuiving, en egels en vogels helpen kleine dierenplagen te bestrijden. Dag slakken, bladluizen en muggen! Vlinders en bijen houden van bloeiende planten, insecten van bodembedekkers, en vogels zijn dol op hagen, klimmers en bomen.

Klimplanten, hagen en bomen zijn ideaal voor vogels. Ze kunnen er schuilen voor de regen of zich verstoppen voor bijvoorbeeld de kat. Bladhoudende klim- en haagplanten dempen ook nog eens het omgevingsgeluid en werken verkoelend. Kies je voor een haag met bessen, dan maak je nog meer dieren blij. En een meidoorn of sleedoorn bijvoorbeeld, geeft bijen, vlinders en andere insecten nectar en stuifmeel.

Wees niet te netjes in je tuin! Veel dieren zijn dol op rommelhoekjes met dode bladeren en hoopjes takken om te schuilen, te nestelen of voedsel te vinden. Ook door onkruid onder de heg en aan de rand van je tuin te laten staan, help je mee met het vergroten en behouden van de biodiversiteit. Bijen en hommels vinden de bloemen van veel onkruid bijvoorbeeld onweerstaanbaar.

Regenwater bevat nauwelijks kalk én heeft al de juiste temperatuur voor jouw planten. Zorg er daarom voor dat het wordt opgevangen in een regenton voor in droge periodes. Want als gevolg van klimaatverandering valt in bepaalde periodes steeds meer of juist heel weinig regen. Tip: geef je planten in droge periodes één keer per week veel water (in plaats van elke dag een beetje). Dit is beter voor de planten.

Heb je een garage of schuur met een plat dak? Plant dit vol met groen! Dat is niet alleen mooi om te zien, maar het werkt ook verkoelend bij warm weer. Als het regent, vangt je groene dak water op én het is een fijne plek voor insecten en andere dieren.

In een gezonde bodem krioelt ’t van het leven. Schimmels, bacteriën, insecten en regenwormen maken voedingsstoffen vrij en zorgen voor een goede bodemstructuur. Een bodem met beestjes houdt zichzelf luchtig. Het resultaat: vitale planten! Gebruik zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen, laat de grond lekker met rust en hou ’m begroeid. Zorg je daarnaast voor waterdoorlatende bodembedekkers, dan krijgt je grond de volledige vip-treatment.

Insecten, larven, motten, schimmels of slakken kunnen zich tegoed doen aan jouw tuinplanten. Gebruik gewasbescherming en maak je planten sterk om de plaag te kunnen weerstaan. Insectenbestrijding met ecologische en milieuvriendelijke middelen kan uitkomst bieden als de plant niet bestand is tegen een plaag. Gebruik biologische bestrijdingsmiddelen zorgvuldig en alleen volgens de richtlijnen op de verpakking.

Wat te doen met je tuintegels als je deze hebt vervangen door groen? In veel gemeentes worden ze gratis opgehaald met de zogenaamde tegeltaxi. Check de voorwaarden van jouw gemeente. Je kunt de tegels natuurlijk ook zelf wegbrengen naar de stort. Naast afvoeren kun je de tegels ook leuk hergebruiken in de tuin. Je kunt er een verhoogde border, een borderrand of een bloembak van maken.

Inheemse planten zorgen voor veel meer biodiversiteit dan exotische planten die van ver komen. De mooie vlinders die je bijvoorbeeld graag in je tuin ziet, zijn ooit rupsen geweest. Rupsen eten van een specifieke plant, en dat is vaak een inheemse plant. Inheemse planten bloeien op het juiste moment en bieden voedsel op het meest ideale tijdstip aan wilde bijen, vlinders en andere insecten en hun larven.

Elke steen die je vervangt door een plant, boom of struik maakt al verschil. Met 40% groen in je tuin ben je al goed op weg. Groen geeft ons zuurstof en werkt rustgevend. Planten verkoelen en nemen regenwater op, zodat er geen plassen blijven staan na een regenbui.

Maak je tuin een stukje aangenamer voor de kleinste bezoekers met een insectenhotel. Zo’n hotel biedt plek aan veel verschillende gasten. Je hangt het gemakkelijk in je tuin of op je balkon. Kies een zonnige en windvrije plek, in de buurt van bloeiende planten.

Meer gras, struiken of bomen zorgt ervoor dat je tuin minder heet wordt. Het kan een tuin al met 30C afkoelen. Laat een muur begroeien met een zelfhechtende klimmer; in de zomer kan een groene muur zorgen voor meer koelte in huis.

Maak gebruik van gft-afval door te composteren. Zo verminder je niet alleen afval, maar voeg je ook waardevolle voedingsstoffen toe aan de bodem. Vind je een composthoop niet mooi? Maak hem dan in een hoek en zet er een flinke struik voor die ook ’s winters groen blijft.