Waterranonkel (Ranunculus aquatilis) D 11 H 22 cm

Herkomst
Deze Waterranonkel komt voor in een groot deel van Europa, maar ook in andere werelddelen zoals Zuid-Afrika en Azië. Het is familie van de Boterbloem en komt van nature in Nederland veel voor in rivierdalen en op vochtige plaatsen in de duinen. Maar ook in vochtig grasland en moerassen groeit hij in het wild.

Kenmerken
Deze winterharde waterplant krijgt witte bloemen met een geel hart gedurende de zomermaanden. Het is een snelle groeier die een gunstige invloed heeft op de waterkwaliteit van de vijver. De stengels kunnen wel 3 meter lang worden en hebben zowel onder als boven water bladeren. Vissen en amfibiën gebruiken de fijngeveerde onderwater-bladeren als broedplaats voor hun eieren. Ook produceren de bladeren onder water zuurstof, wat goed is voor de dieren die in de vijver leven. De bladeren die boven het waterniveau groeien zijn wat dikker en ronder van vorm, deze gaan de lichtinval tegen, waardoor algengroei wordt verminderd. Bij de aanleg van een nieuwe vijver of bij een teveel aan algen in een bestaande vijver, is het gebruikelijk om 4 bossen Waterranonkel aan te planten per 1000 liter water. De diepte waarop de vijvermanden kunnen worden gezet is 50-100 cm. Kies bij voorkeur een plaats in de zon of lichte schaduw, dan is de bloei het rijkst.

Deze Waterranonkel kan ook groeien in grond die in een deel van het jaar droger is, de plant zal dan ook gewoon doorbloeien.

Verzorging
Deze inheemse moerasplant heeft weinig verzorging nodig. Wanneer de plant te groot wordt kunnen de stengels korden ingekort. De stengels waaraan wortels groeien kunnen gebruikt worden voor vermeerdering en weer in een vijvermand worden gezet met vijvergrond. Na de bloei worden zaden gevormd in dopvruchten, die ook kunnen worden gebruikt voor de vermeerdering.

Extra informatie
Iedere plant groeit en bloeit op zijn eigen manier en zal per seizoen en per plant verschillen.
De getoonde plant kan afwijken qua vorm en maat van de aankoop in de winkel of webshop.