Beukenhaag (Fagus)

De fagus is een boom, hij vertakt waar hij wordt gesnoeid. Door te snoeien kun je bepalen of je Fagus een haag wordt of een (hoge) boom. Een beukenhaag groeit vrij snel, gemiddeld 40 centimeter per jaar, en herstelt ook snel na een snoeibeurt. Hij is niet voor niks heel populair als haagplant: het is erg eenvoudig om een volle heg te hebben en te behouden op elke gewenste hoogte met deze boom

De Fagus sylvatica is één soort, maar deze is er ook in een bekende rode variant.

Nee, de Fagus is niet giftig. Beukennootjes zijn alleen in grote hoeveelheden giftig.

Ja, de beuk bloeit, maar de ‘bloemen’ zijn kleine onopvallende katjes en zorgen niet voor veel sierwaarde. Daarom wordt deze boom eigenlijk niet onder de bloeiende bomen gerekend.

De beuk bloeit ergens tussen eind maart en begin juni. Hoe ouder de boom is, hoe meer katjes hij zal vormen.

Op de plek van de katjes verschijnen nootjes welke in het najaar rijp zijn. Beukennootjes zijn driehoekig en zitten met zijn tweeën in een borstelvormig napje. Ze zijn 10 tot 20 centimeter groot. Beukennootjes zijn vooral voor eekhoorns heel interessant, zij gebruiken deze als wintervoorraad. Je kunt ze zelf ook eten, rauw of in boter gebakken. Eet er echter nooit teveel, want het schilletje rond het beukennootje bevat fagine, wat in grote hoeveelheden giftig is voor mensen. Als je het schilletje in zijn geheel verwijderd ben je daar vanaf. Daarnaast zit er in de nootjes blauwzuur (waterstofcyanide) wat extreem giftig is. Als je de nootjes kookt dan zal dit oplossen in het water en kun je het wegspoelen. Wil je ze rauw eten, hou het dan bij een paar tijdens de boswandeling en zoek mooie gave nootjes zonder beschadigingen.

Een beukenhaag staat het liefst in halfschaduw of zon, maar eigenlijk kan hij overal wel. Hij kan ook wel tegen wat wind. Zet een beukenhaag niet in harde kleigrond, de grond moet water goed afvoeren want de beuk kan niet goed tegen natte wortels.

Ja, de beukenhaag is winterhard en kan goed tegen vorst. Wel is het verstandig om in het najaar afgevallen blad van andere bomen en struiken onder de haag te laten liggen, dit noem je een mulchlaag. Dit beschermt de wortels extra tegen kou, de beuk wortelt namelijk oppervlakkig en gaat niet dieper dan tientallen centimeters.

Een beukenhaag is niet groenblijvend, maar wel bladhoudend. In de herfst verdorren de bladeren en worden bruin. Ze blijven wel aan de beuk zitten, waardoor je van een haag van de Fagus toch nog privacy hebt in de winter.

Je hoeft een beukenhaag geen water te geven, tenzij het een langere periode extreem warm en droog is. Probeer het blad droog te houden bij het water geven of geef water in de avond (dat is sowieso de beste tijd om water te geven bij warm weer) zodat het blad niet verbrandt.

De beukenhaag bemest je 2 keer per jaar, na elke snoeibeurt. Gebruik hagenmest en hou de hoeveelheid aan die op de verpakking staat.

Een beukenhaag bestaat uit meerdere beuken naast elkaar, dus de wortels zullen in elkaar gegroeid zijn. Verplaatsen kan wel, maar het succes ervan ligt eraan in hoeverre de wortels gered kunnen worden. Verplant de beuk als de sapstromen in rust zijn, de beste tijd is november als de grond nog niet te koud is, maar ergens tussen eind oktober of eind februari is mogelijk. Zorg dat de nieuwe plek klaar is voor de aanplant zoals beschreven bij het planten van de beukenhaag.

Graaf de kluit van je beukenhaag zo ruim mogelijk uit, het beste is als je meerdere planten samen kunt uitgraven zodat de wortels in elkaar kunnen blijven zitten. Een paar extra handen zijn daarbij niet overbodig! Plaats de haag op zijn nieuwe plek en druk de grond niet te hard aan om de wortels ruimte en lucht te geven.

Een beuk kun je niet stekken, maar wel vermeerderen door hem af te leggen. Kies een lange beukentak dicht bij de grond en buig deze middenin naar de aarde toe. Graaf het stukje tak goed in en zorg dat het op zijn plek blijft, waarbij het uiteinde van de tak boven de grond blijft. Aan het stuk tak onder de grond zullen wortels gevormd worden, zodra dit is gebeurt kun je de tak doorknippen en de nieuwe beuk eventueel verplaatsen.

Zie jij witte luizen of witte vliegjes in je beukenhaag? Dit is de wollige beukenbladluis of beukenwolluis. Deze witte luizen vliegen op als je de haag aanraakt, vandaar de verwarring met vliegjes. Je ziet deze plaagbeesten met name in mei t/m juli. De bladeren van je beukenhaag krijgen geelbruine plekken en de zwakkere of jongere exemplaren kunnen aan deze witte luis bezwijken. De beukenbladluizen vormen witte tot blauwachtige wasdraden die je onderaan de blaadjes als witte pluis kan zien zitten. Als je de wasdraden eenmaal ziet zitten ze er al een tijdje en zijn ze lastiger tegen te gaan. Bij de eerste beestjes kun je het beste direct in actie komen.

Gezonde planten zijn weerbaarder dan zwakke exemplaren. Logisch natuurlijk. Vaak zie je de wollige beukenbladluis als je beuken te droog zijn geweest. De beste remedie is om je beuken extra kracht te geven, door voldoende water en de juiste meststoffen. Ter bestrijding kun je het allerbeste de natuurlijk vijand inroepen, dat is in dit geval de gaasvlieg Chrysopa Carnea. Er zijn meerdere bestrijdings- en beschermingsmiddelen verkrijgbaar, vraag hiernaar bij jouw Intratuin.

Deel jouw beukenhaag met #intratuin en zie hem hier terug! Lees meer.