Campanula (klokjesbloem)

Campanula heeft een opgaande of kruipende groeiwijze, dit is afhankelijk van de soort. De klokjesbloem groeit gemiddeld tot vrij snel vanaf het voorjaar naar de volwassen grootte. De kruipende soorten breiden zich vrij snel uit met lange stengels die op de grond liggen.

De Campanula glomerata ‘Superba’ heeft violette bloemen in ‘kluwens’ rond de stengels en groot ruw blad in rozetten. Een middelhoge opgaande borderplant.

• Hoogte: 60-80 cm
• Bloeitijd: juli-september

De Campanula lactiflora heeft lange stengels met bovenaan klokvormige violette bloemen in pluimen. Een hoge opgaande borderplant.

• Hoogte: 120-140 cm
• Bloeitijd: juni-augustus

De Campanula lactiflora 'Prichard's Variety' heeft middellange stengels met bovenaan klokvormige donker violette bloemen in pluimen. Een middelhoge opgaande borderplant.

• Hoogte: 70 cm
• Bloeitijd: juni-augustus

De Campanula latifolia 'Alba' heeft grote witte klokvormige bloemen die bijna horizontaal aan de stengels staan. Voor de halfschaduw of zelfs schaduw de beste keuze. Opgaande borderplant.

• Hoogte: 80-100 cm
• Bloeitijd: juni-juli

Nee, Campanula is niet giftig. Het is echter een sierplant en niet bedoeld om te eten.

Ja, er komen prachtige bloemen aan de Campanula. De bloemen zitten meestal in losse pluimen en hebben vijf vergroeide kroonbladen. Hangend of staand en meestal klokvormig, maar ze kunnen ook buisvormig, komvormig of stervormig zijn.

De bloeitijd van Campanula is van mei tot in september.

Als je Campanula is uitgebloeid, dan raden we je aan om de uitgebloeide bloemstengels af te knippen. Zo stimuleer je de plant om weer nieuwe bloemknoppen te maken en volgt er vaak nog een tweede bloei.

Ja, de Campanula is goed winterhard.

De meeste soorten Campanula zijn niet wintergroen in de winter. Maar de kruipende Campanula portenschlagiana en Campanula poscharskyana zijn wel zo goed als wintergroen. Alleen als het heel hard gaat vriezen, verliezen deze soorten hun blad.

Campanula kun je het hele jaar door planten, maar de beste tijd is het voorjaar of de zomer. Graaf een ruim plantgat dat twee keer zo breed is als de kluit en net zo diep als de hoogte van de kluit. Verbeter de uitgegraven grond met compost. Dompel de kluit met pot en al in een emmer water als de grond in de pot erg droog is. De bovenkant van de wortelkluit moet gelijk komen met het grondniveau. Vul het plantgat met de uitgegraven aarde, druk goed aan en geef ruim water. De plantafstand van de middelhoge en hoge soorten is 35 cm, houdt bij de lage soorten en de kruipende soorten klokjesbloem een plantafstand van ongeveer 25 cm aan.

Je Campanula heeft voldoende water nodig om goed te kunnen groeien en bloeien. Geef de plant in warme en droge perioden daarom extra water. Een Campanula in pot heeft nog wat meer water nodig, de grond in een pot droogt eerder uit. Strooi jaarlijks in het vroege voorjaar een laagje kalk en compost tussen de planten voor een goede groei. Op arme grond kun je ook wat organische mestkorrels strooien.

Je moet een Campanula snoeien om een tweede bloei te stimuleren. Het is ook mogelijk om de borderplanten eind mei te snoeien. De plant wordt hierdoor lager en steviger en bloeit wat later. In het vroege voorjaar moet je de Campanula snoeien om dode stengels te verwijderen.

Je moet een Campanula 2 x per jaar snoeien, een keer in het vroege voorjaar en nog eens na de bloei.

Knip dode stengels in het vroege voorjaar vlak boven de grond af. Knip de uitgebloeide stengels terug tot vlak boven een jonge scheut of knop. Je kunt eind mei alle stengels voor een derde of de helft terugknippen voor een steviger plant en een latere bloei. Of knip eind mei de helft van de bloemstengels af om de bloeiperiode te spreiden.

De Campanula snoei je met een scherpe en schone snoeischaar. Voor het weghalen van uitgebloeide bloemen kun je een bloemenschaartje gebruiken.

Een Campanula is goed te verplaatsen of verplanten. De beste tijd hiervoor is het voorjaar (maart-april) of het najaar (september-oktober). Graaf de wortelkluit zo ruim mogelijk uit, schud de aarde er voorzichtig af en graaf de wortelkluit op de nieuwe plek weer in. De bovenkant van de kluit moet gelijk komen met het grondniveau. Als jouw klokjesbloem veel blad heeft, kun je het best ongeveer de helft van het blad afknippen. Geef ruim water om de plant op zijn nieuwe plek een goede start te geven.

Je kunt een Campanula vermeerderen door zaaien, stekken en door scheuren.

Wil je een klokjesbloem vermeerderen door zaaien? Alle soorten Campanula kun je goed zaaien. Zaai in februari-april binnen in een bakje of potje. Zorg voor een warme plek, bijvoorbeeld boven de verwarming, of zet de zaaibakjes in een verwarmd kamerkasje. Na opkomst koeler zetten. In mei-juni kun je Campanula ook in de volle grond zaaien. De jonge planten zullen het volgende jaar gaan bloeien.

Als je een Campanula door stekken wilt vermeerderen dan snijd je in april een stengel vlak boven de wortel af. Verwijder de onderste bladeren, laat vier blaadjes aan de top zitten. Knijp de zachte top uit de stek en doop het stekje in stekpoeder. Vul een potje met stekgrond en steek de stekjes langs de rand, de blaadjes moeten net boven de grond uitkomen. Geef water en doe dan een doorzichtig plastic zakje over de pot om verdamping te voorkomen. Zet de stek op een warme en lichte plek bij minimaal 18 °C. Twee keer per week luchten door het zakje er tien minuten af te halen. Na 2-4 weken zijn er hopelijk worteltjes gegroeid.

Alle soorten Campanula kun je ook makkelijk vermeerderen door scheuren. De beste tijd hiervoor is het voorjaar of het najaar. Graaf de pol op en deel de wortelkluit in meerdere kleine stukken. Plant de buitenste delen opnieuw en geef de eerste tijd extra water.

De Campanula kan eigenlijk alleen maar last hebben van slakkenvraat. Lees onze blog over het bestrijden van slakken en naaktslakken.

Deel jouw Campanula met #intratuin en zie hem hier terug! Lees meer.